De duizenden jaren en tientallen verschillende culturen dat acupunctuur op de een of andere manier beoefend wordt, hebben een heel spectrum aan methoden, technieken en theorieën gecreëerd die “acupunctuur” genoemd worden, soms met volstrekt tegenstrijdige ideeën. “Japanse acupunctuur” is momenteel behoorlijk populair, maar het is vaak niet duidelijk welke Japanse stijl bedoelt wordt, er worden namelijk momenteel in Japan meer dan 100 verschillende stijlen acupunctuur beoefend. Ik wil hier heel kort de vier Japanse stijlen presenteren de in West-Europa het meest bekend zijn.
Typische kenmerken
Natuurlijk zijn er veel overeenkomsten tussen de Chinese en Japanse stijlen, alle zijn als het goed is gebaseerd op de klassieke Chinese Medische boeken “Huang Di Nei Jing Su Wen”, “Huang Di Nei Jing Ling shu” en “Nan Jing”. Een van de typische kenmerken van Japanse acupunctuur is de buikdiagnose. In de Nan Jing wordt hier ook aandacht aan besteed, maar de praktijk is op een gegeven moment verdwenen in China, misschien om sociale redenen. Tongdiagnose daarentegen wordt in Japan minder beoefend, dit wordt meer gezien als belangrijk voor herboristen. In Japan zijn eeuwenlang een belangrijke deel van de acupuncturisten blinden geweest, men zegt dat blinde mensen door het ontbreken van het zicht meer gevoeligheid in de handen ontwikkelen, en dat deze vaardigheid ervoor gezorgd heeft dat palpatie, van de buik (hara), maar ook van andere delen van het lichaam, belangrijker is geworden dan de anamnese. In alle Japanse stijlen wordt het belangrijk gevonden dat er een feedback-mechanisme is, dat met de verandering van pols of hara gecontroleerd kan worden of de behandeling juist is. De gebruikte naalden zijn over het algemeen dunner dan die in de Chinese stijlen gebruikt worden, en ook de moxa die direct op de huid geplaatst wordt is van een verfijnde kwaliteit. Over het algemeen worden de naalden oppervlakkig ingebracht, weinig gemanipuleerd, en wordt er geen deqi gezocht.
Moxa
Het gebruik van Moxa is veel uitgebreider en subtieler dan dat van de moderne TCM school en hitte-condities zijn geen contra-indicatie voor moxa. Afhankelijk van de techniek kan moxa zowel tonificerend als sederend zijn, de grootte van de, direct op de huid geplaatste, moxa varieert van draad-dikte (tread-sized okyu), tot stevige kegeltjes (chinetsukyu). Moxatherapie is overigens waarschijnlijk ouder dan acupunctuur.
Puntlocatie en palpatie
In Japan is acupunctuur nauwer verweven met de massagetraditie dan met kruidentherapie. Als men een punt wil prikken, zoekt men dan ook in de buurt van de bekende locatie naar het precieze punt dat juist bij deze patiënt actief is, men gebruikt nooit automatisch de locatie “uit het tekstboek”. Ook is men het niet altijd eens met de locaties waarover in het China onder Mao consensus bereikt is. Soms wordt naar het pijnlijke punt gezocht, soms naar het gevoelloze, soms naar een kleine deuk, of verandering in huidkleur. Dit zijn dan verschillende punten, met verschillende toepassingen.
De stijl van Dr. Yoshio Manaka
Manaka (1911-1989) was een arts die opgeleid was in Moderne Westerse Geneeskunde en gefascineerd door de overeenkomsten tussen de traditionele theorieën en modellen die gebaseerd waren op moderne wetenschap. Hij heeft ontzettend veel verschillende strategieën en behandelingen ontwikkeld, veel geëxperimenteerd met exotische theorieën en een ruim arsenaal van materialen, zoals verschillende magneten, koper/zink plaatjes, speciale hamers, bloedlancetten, koppen, intradermaalnaalden, ionpumping cords en verschillende elektronische apparaten. Zijn behandelingen bestaan uit 4 stappen, die logisch opgebouwd zijn. De eerste twee stappen zijn de “root” treatment, stap 3 en 4 de “branches”. Eventueel is er een stap 5: het advies en huiswerk voor de patiënt.
- Behandeling van de voorkant van het lichaam, met name met ionpumping cords op basis van hara-diagnose
- Behandeling van de achterkant van het lichaam, overige root-treatments
- Behandeling van overige structurele problemen, spieren, houding, etc.
- Sympthoombestrijding, intradermaal naalden, handacupunctuur, ooracupunctuur, etc, etc.
Keiraku Chiryo (Meridiaantherapie)
Eind 19 en begin 20e eeuw was de invloed van Moderne Westerse Geneeskunde zo groot, dat er vrijwel geen traditionele ideeën en theorieën onderwezen werden. In reactie hierop begonnen een aantal vooraanstaande Japanse acupuncturisten rond 1920 met een grondige studie van de klassieken, met een nadruk op de toepassing in de klinische praktijk. Meridiaantherapie is vooral gebaseerd op de Nan Jing: de nadruk ligt op het vinden van de deficiëntie in de yin-meridianen. Er worden 4 hoofdpatronen onderscheidden volgens de Moeder-kind theorie uit de Nan Jing:
- Lever: Zowel Lever-meridiaan als Nier-meridiaan deficiënt
- Milt: Zowel Milt-meridiaan als Hart-meridiaan deficiënt
- Long: Zowel Long-meridiaan als Milt-meridiaan deficiënt
- Nier: Zowel Nier-meridiaan als Long-meridiaan deficiënt
Protocol:
- Tonificeer het meest deficiënte paar yin-meridianen
- Reduceer excess in de Yin-meridianen van de ke-cyclus
- Reduceer excess in de Yang-meridianen
- Versterk de root-treatment met Back-shu punten
- Gebruik acupunctuur, moxa, cupping, of ander modaliteiten om symptomatisch te verlichten
Japanse acupunctuur: Toyohari
Toyohari is gegrondvest door Kodo Fukushima en een tak van meridiaantherapie, al zijn er wel theoretische en praktische verschillen. De palpatie is nog veel subtieler, er wordt niet gezocht naar drukpijn op punten, maar naar zwellinkjes, ruwheid, deukjes en qi verstoringen. Opvallend bij de Toyohari-stijl is dat de naalden niet echt in de huid worden gestoken. Het “prikken” met de naald begint een paar centimeter boven de huid, waar hij contact met de qi van het punt. Een punt wordt getonificeerd door de naald langzaam naar de huid te brengen, sederen gaat juist snel. Er is veel concentratie en ervaring voor nodig, om de qi op de juiste manier te voelen en manipuleren, en de opleiding voor Toyohari is vooral op de praktijk gericht. Toyohari heeft een uniek systeem van studiegroepen, waar een aantal acupuncturisten regelmatig bij elkaar komt, om systematisch iedere stap van de behandeling te oefenen. Een behandelaar wordt geacht deze oefengroepen te blijven bezoeken zolang hij Toyohari beoefend, omdat iedereen steeds nog wat kan bijleren. Peer review op z’n best. Door de ontwikkelde gevoeligheid, kan men daadwerkelijk waarnemen dat een millimeter naast een punt zitten, verschil maakt in het te verkrijgen effect. Er worden 9 verschillende naalden gebruikt, zoals dat ook in de klassieken beschreven wordt, en waaronder ook bloedlancetten vallen en naalden met een ronde punt die niet gestoken kunnen worden.
De stijl van Kiiko Matsumoto
Kiiko Matsumoto is een moderne meester, die een eigen, eclectische stijl heeft ontwikkeld. Ze baseert zich op de ideeën van Dr Manaka, Meester Nagano en Meester Kawaii en ze legt de klassieke teksten nauw naast modern onderzoek, waardoor er diagnoses zijn als: “adrenal exhaustion” en “sugar imbalance”. De belangrijkste diagnostische methode is de buikdiagnose maar ook andere punten˙worden gepalpeerd en de pols wordt genomen. Plekken die pijnlijk zijn onder druk worden gemarkeerd, en distale punten worden gemasseerd om te zien of deze de drukpijn verminderen, daarna pas wordt er een naald in gezet. De patiënt heeft zelf direct de ervaring heeft dat er iets veranderd, maar het het nadeel is dat hij wel in staat moet zijn om een duidelijke feedback te geven of een punt meer of minder gevoelig is. Een pijnlijk diagnostisch gebied kan meestal meerdere diagnostische opties aangeven, door het controleren van met de distale punten wordt de diagnose bevestigd. In de Kiiko-stijl worden vrij veel naalden gebruikt, de systematiek is minder strak dan bij de andere stijlen, en door het gebruik van veel termen uit de Moderne Westerse Geneeskunde kan men abusievelijk de indruk krijgen dat er niet gewerkt wordt volgens de klassieke teksten, wat zeker wel het geval is.
Conclusie
Dit stukje is natuurlijk veel te kort om echt de rijkdom van Japanse acupunctuur te laten zien en over iedere stijl is nog veel meer te vertellen. Maar hopelijk neemt deze introductie wat misverstanden weg. Ongeveer 20% van de acupuncturisten in Japan beoefend meridiaantherapie of Toyohari. Nog eens 20% beoefend een soort “medisch / wetenschappelijke” acupunctuur, die geen gebruik maakt van qi of meridianen. De stijlen van Manaka en Kiiko Matsumoto lijken op elkaar, net als meridiaantherapie en Toyohari. De eerste twee zijn heel eclectisch, en gebruiken ieder hulpmiddel dat van pas kan komen, de laatste twee leggen veel meer de nadruk op voortdurende verfijning van naald- en moxatechniek. Alle vier zijn ze stevig verankerd in de klassieke teksten en worden ze levend gehouden door enthousiaste beoefenaars.
Inspiratie voor dit artikel kwam onder andere van het artikel “four styles” van Marian Fixler and Oran Kivity.